uitdraai
Nederlands
Woordafbreking
- uit·draai
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘papierafdruk’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1975 [1]
Werkwoord
vervoeging van |
---|
uitdraaien |
uitdraai
- (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van uitdraaien
- ... dat ik uitdraai.
Gangbaarheid
- Het woord uitdraai staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'uitdraai' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.