tweehonderdentweeënveertig

Nederlands

0242
tweehonderdentweeënveertig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • twee·hon·derd·en·tweeën·veer·tig, twee·hon·derd·en·twee·en·veer·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

tweehonderdentweeënveertig

  1. "242", langere vorm van tweehonderdtweeënveertig, tweehonderd plus tweeënveertig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft tweehonderdentweeënveertig euro en vijftig cent opgebracht. 
    1. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdentweeënveertig. 
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

  • tweehonderdentweeënveertigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdentweeënveertig" ht als linkerdeel

  • tweehonderdentweeënveertigduizend

Gangbaarheid

  • Het woord 'tweehonderdentweeënveertig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.