tune

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tune
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘herkenningsmelodie’ voor het eerst aangetroffen in 1951 [1]
  • van het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord tune tunes
verkleinwoord tunetje tunetjes

Zelfstandig naamwoord

tune m [3]

  1. herkenningsmelodie
Hyponiemen
  • autotune, begintune, eindtune, herkenningstune, openingstune

Werkwoord

vervoeging van
tunen

tune

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tunen
    • Ik tune. 
  2. gebiedende wijs van tunen
    • Tune! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van tunen
    • Tune je? 

Gangbaarheid

  • Het woord tune staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
88 %van de Nederlanders;
85 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

Frans

Uitspraak
  • Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken?

Zelfstandig naamwoord

tune v

  1. (spreektaal) poen, pegels
  1. «Mon blouson qui vaut tant de tunes, à leurs yeux était une veste pour marcher sur la lune!»
    In hun ogen was mijn jack, dat zoveel poen waard is, een jasje om mee op de maan te lopen! [1]
Schrijfwijzen

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.