trompettert
Nederlands
Woordafbreking
- trom·pet·tert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
trompetteren |
trompettert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trompetteren
- Jij trompettert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trompetteren
- Hij trompettert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van trompetteren
- Trompettert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.