trompetteren
Nederlands
Woordafbreking
- trom·pet·te·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Afgeleid van trompet.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
trompetteren |
trompetterde |
getrompetterd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
trompetteren
- inergatief (dierengeluid) het geluid van een olifant
- Het olifantje trompetterde tot grote lol van de dierentuinbezoekers.
Gangbaarheid
- Het woord trompetteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'trompetteren' herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
94 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.