trippen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trip·pen

Zelfstandig naamwoord

trippen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord trip
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
trippen
tripte
getript
zwak -t volledig

Werkwoord

trippen

  1. inergatief dol zijn op
  2. inergatief met huppelende kleine pasjes of sprongetjes lopen
  3. inergatief hallucineren door het gebruik van drugs
Hyponiemen
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord trippen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
98 %van de Nederlanders;
97 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.