triomfeerde
Nederlands
Woordafbreking
- tri·om·feer·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
triomferen |
triomfeerde
- enkelvoud verleden tijd van triomferen
- Ik triomfeerde.
- Jij triomfeerde.
- Hij, zij, het triomfeerde.
- Ik triomfeerde.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.