trimt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • trimt

Werkwoord

vervoeging van
trimmen

trimt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trimmen
    • Jij trimt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van trimmen
    • Hij trimt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van trimmen
    • Trimt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.