trillerig

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tril·le·rig
Woordherkomst en -opbouw
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen trillerigtrillerigertrillerigst
verbogen trillerigetrillerigeretrillerigste
partitief trillerigstrillerigers-

Bijvoeglijk naamwoord

trillerig

  1. van een persoon dat die aan het trillen is
    • De jongen stond trillerig op zijn benen zo zenuwachtig was hij voor de uitslag van zijn examen. 

Gangbaarheid

  • Het woord trillerig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.