tresoor
Nederlands
Woordafbreking
- tre·soor
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | tresoor | tresoren |
verkleinwoord | tresoortje | tresoortjes |
Zelfstandig naamwoord
tresoor m
- een kamer of zaal waar een schat wordt bewaard
- De koning aanschouwde zijn schatten in zijn tresoor.
Gangbaarheid
- Het woord 'tresoor' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.