trancheerden

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tran·cheer·den

Werkwoord

vervoeging van
trancheren

trancheerden

  1. meervoud verleden tijd van trancheren
    • Wij trancheerden. 
    • Jullie trancheerden. 
    • Zij trancheerden. 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.