trancheerden
Nederlands
Woordafbreking
- tran·cheer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
trancheren |
trancheerden
- meervoud verleden tijd van trancheren
- Wij trancheerden.
- Jullie trancheerden.
- Zij trancheerden.
- Wij trancheerden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.