tramp

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tramp
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘zwerver’ voor het eerst aangetroffen in 1912 [1]
  • (vrachtschip op de wilde vaart) van het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord tramp tramps
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

tramp m [2] [3] [4]

  1. zwerver [5]
  2. (scheepvaart) vrachtschip op de wilde vaart (d.w.z. zonder vooraf vast reisschema)
  3. trap met de voet [6]
Afgeleide begrippen
  • trampboot, tramprederij, trampreis, trampschip, trampvaart, trampvloot

Gangbaarheid

  • Het woord tramp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
47 %van de Nederlanders;
42 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.