toetsen
Nederlands
Woordafbreking
- toet·sen
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
toetsen |
toetste |
getoetst |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
toetsen
- overgankelijk bepalen van vaardigheden van iemand door middel van een test of onderzoek
- Leerlingen worden getoetst op basis van landelijk geldende normen.
Gangbaarheid
- Het woord toetsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'toetsen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.