toetsen

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • toet·sen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
toetsen
toetste
getoetst
zwak -t volledig

Werkwoord

toetsen

  1. overgankelijk bepalen van vaardigheden van iemand door middel van een test of onderzoek
    • Leerlingen worden getoetst op basis van landelijk geldende normen. 

Zelfstandig naamwoord

toetsen mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord toets

Gangbaarheid

  • Het woord toetsen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
100 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.