tinten

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  tinten    (hulp, bestand)
  • IPA: /tɪntə(n)/
Woordafbreking
  • tin·ten
Woordherkomst en -opbouw
  • [werkwoord]: tint met het achtervoegsel -en [1]
  • [zelfstandig naamwoord]: tint met uitgang -en
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tinten
tintte
getint
zwak -t volledig

Werkwoord

tinten

  1. overgankelijk lichtjes van een kleur voorzien
  2. overgankelijk (figuurlijk) een ideologische invalshoek bezorgen

Zelfstandig naamwoord

tinten mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tint

Gangbaarheid

  • Het woord tinten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
tintar

tinten

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van tintar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van tintar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.