thuiswerkt
Nederlands
Woordafbreking
- thuis·werkt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
thuiswerken |
thuiswerkt
- (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuiswerken
- ... dat jij thuiswerkt.
- (in een bijzin) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van thuiswerken
- ... dat hij thuiswerkt.
Gangbaarheid
- Het woord thuiswerkt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.