testen
Nederlands
Woordafbreking
- tes·ten
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘door middel van een test onderzoeken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1940 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
testen |
testte |
getest |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
testen
- overgankelijk aan een test onderwerpen
- Vandaag liet hij zich testen op zijn rijvaardigheid.
Gangbaarheid
- Het woord testen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'testen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
Spaans
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.