tenderen
Nederlands
Woordafbreking
- ten·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘een bepaalde strekking hebben’ voor het eerst aangetroffen in 1566 [1]
- afgeleid van het Franse tendre (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
tenderen |
tendeerde |
getendeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
tenderen [4]
- inergatief geleidelijk een neiging vertonen
- Hoewel er internationaal steeds meer getendeerd wordt naar 4-4-2, ben ik nog steeds voorstander van een systeem met drie spitsen, met echte buitenspelers', vertelde Koeman in de zomer van 2000 in Voetbal International.[5]
- overgankelijk een project voor openbare inschrijving openstellen
- Andere, binnen het masterplan geconditioneerde plandelen kunnen bijvoorbeeld worden getendeerd, waarbij andere marktpartijen in beeld komen.[6]
Gangbaarheid
- Het woord tenderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'tenderen' herkend door:
70 % | van de Nederlanders; |
56 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "tenderen" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- Wiktionnaire
- tenderen op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- Voetbal International 30 nov 2001
- Column Protertynl IKC RO 2 aug 2009
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.