telling

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tel·ling
Woordherkomst en -opbouw
  • Naamwoord van handeling van tellen met het achtervoegsel -ing.
enkelvoud meervoud
naamwoord telling tellingen
verkleinwoord tellinkje tellinkjes

Zelfstandig naamwoord

telling v

  1. de handeling van het tellen
    • We zullen een telling moeten houden. 
  1. het resultaat van het tellen
    • Deze telling klopt niet helemaal. 
Hyponiemen

Gangbaarheid

  • Het woord telling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.

Meer informatie


Engels

Werkwoord

telling

  1. onvoltooid deelwoord van tell

Zelfstandig naamwoord

telling

  1. gerundium van tell
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.