telewerkt
Nederlands
Woordafbreking
- te·le·werkt
Werkwoord
vervoeging van |
---|
telewerken |
telewerkt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van telewerken
- Jij telewerkt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van telewerken
- Hij telewerkt.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van telewerken
- Telewerkt!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.