tamponneren

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • tam·pon·ne·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘met een tampon dichtstoppen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1872 [1]
  • afgeleid van het Franse tamponner (met het achtervoegsel -eren) [2] [3]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
tamponneren
tamponneerde
getamponneerd
zwak -d volledig

Werkwoord

tamponneren [4]

  1. overgankelijk met een tampon dichtstoppen
  2. overgankelijk met een kwast een nog natte geverfde oppervlakte bekloppen om ze een ruw voorkomen te geven
Afgeleide begrippen
  • tamponnering
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

  • Het woord tamponneren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.