synda

IJslands

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden tijd voltooid deelwoord
(supinum)
3e pers enk. 1e pers mv.
syndasyntisyntumsynt
volledig

Werkwoord

synda

  1. zwemmen


Oudnoords

Woordafbreking
  • syn·da
stamtijd
onbepaalde
wijs
tegenwoordige
tijd
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
synda
syndar
syndaði
syndat
Klasse 1 zwak volledig

Werkwoord

synda

  1. zwemmen
Verwante begrippen


Zweeds

stamtijd
infinitief verleden
tijd
supinum
synda
syndade
syndande
volledig

Werkwoord

synda

  1. zondigen
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.