supervise

Engels

vervoeging
onbepaalde wijs to supervise
he/she/it supervises
verleden tijd supervised
voltooid
deelwoord
supervised
onvoltooid
deelwoord
supervising
gebiedende wijs supervise

Werkwoord

supervise

  1. surveilleren

Spaans

Werkwoord

vervoeging van
supervisar

supervise

  1. aanvoegende wijs eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van supervisar
  1. aanvoegende wijs derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van supervisar
  1. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd (presente) van supervisar
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.