suddert

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sud·dert

Werkwoord

vervoeging van
sudderen

suddert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sudderen
    • Jij suddert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sudderen
    • Hij suddert. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van sudderen
    • Suddert! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.