sudderen
Nederlands
Woordafbreking
- sud·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
sudderen |
sudderde |
gesudderd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
sudderen [3]
- laat de runderlapjes maar lekker een paar uur sudderen op een driepits oliestel tot ze uit elkaar vallen
- overgankelijk iets zachtjes pruttelend doen garen
- Deze lapjes worden een paar uur gesuddered tot zij gaar zijn.
Afgeleide begrippen
- gesudder
Gangbaarheid
- Het woord sudderen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sudderen' herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.