stutten
Nederlands
Woordafbreking
- stut·ten
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘stuiten, steunen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1364 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
stutten |
stutte |
gestut |
zwak -t | volledig |
Werkwoord
stutten
- overgankelijk iets door het plaatsen van een steun voor omvallen behoeden
- Die oude muur valt niet meer te stutten en moet afgebroken worden.
Vertalingen
1. iets door het plaatsen van een steun voor omvallen behoeden
Gangbaarheid
- Het woord stutten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stutten' herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.