stocks
Nederlands
Woordafbreking
- stocks
Woordherkomst en -opbouw
Zelfstandig naamwoord
stocks mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord stock
- (aandelenhandel) waardepapieren die gedeeltelijk eigenaarschap van een onderneming bewijzen
- De omzetten waren volgens hem bescheiden. "De grote stocks leveren in", verklaarde hij. [2]
- De geruchten van Vrede zyn alhier voortdurend - De Stocks zyn dus 1½ pCt gerezen. [3]
Gangbaarheid
- Het woord stocks staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'stocks' herkend door:
55 % | van de Nederlanders; |
85 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- stocks op website: Etymologiebank.nl
- "Verdeeld Damrak op een licht verlies" in: Amigoe jrg. 112 nr. 287 (6 december 1995); p. 17 kol. 5/6; geraadpleegd 2019-02-07
- "Engeland" in: Goudasche Courant jrg. 6 nr. 3 (4 januari 1796); p. 1 kol. 2; geraadpleegd 2019-02-07
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.