stipuleerden
Nederlands
Woordafbreking
- sti·pu·leer·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
stipuleren |
stipuleerden
- meervoud verleden tijd van stipuleren
- Wij stipuleerden.
- Jullie stipuleerden.
- Zij stipuleerden.
- Wij stipuleerden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.