starend

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  starend    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈstarənt/
Woordafbreking
  • sta·rend

Werkwoord

vervoeging van
staren

starend

  1. onvoltooid deelwoord van staren
stellend
onverbogen starend
verbogen starende
partitief starends

Bijvoeglijk naamwoord

starend

  1. langdurig naar één punt kijkend
    • Hij had een starende blik nadat hij gehoord had dat hij weer gezakt was voor zijn rijexamen. 
    • Starende naar de horizon wacht de vissersvrouw op de terugkomst van haar man. 

Gangbaarheid

  • Het woord starend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.