star

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  star    (hulp, bestand)
  • IPA: /stɑr/
Woordafbreking
  • star
stellendvergrotendovertreffend
onverbogen starstarderstarst
verbogen starrestarderestarste
partitief starsstarders-
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘beroemd acteur’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1931 [1]
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘strak, stijf’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1824 [1]

Bijvoeglijk naamwoord

star

  1. verstijfd en onbuigzaam
    • De starre houding van de apartheidsregering leidde tot haar isolement. 
Afgeleide begrippen

Gangbaarheid

  • Het woord star staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
96 %van de Nederlanders;
91 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen


Engels

Zelfstandig naamwoord

star

  1. ster; een hemellichaam, een gasbol die licht uitzendt door kernfusie.
  2. ster; een beroemdheid.


Oppersorbisch

Zelfstandig naamwoord

star m

  1. ster; een beroemdheid.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.