staatsie

Nederlands

Uitspraak

Geluid: staatsie (hulp, bestand)
IPA: /'statsi/

Woordafbreking

staat·sie

Woordherkomst en -opbouw

In de betekenis van ‘pracht’ voor het eerst aangetroffen in 1602 [1] [2]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	staatsie	staatsies
verkleinwoord	staatsietje	staatsietjes

Zelfstandig naamwoord

staatsie v

uiterlijk vertoon
(scheepvaart) een bouwsel op het achterschip van een zeilschip, lopend tot de achtersteven, eindigend bij de hekbalk

- De staatsie is een belangrijk onderdeel van een zeilschip.

Synoniemen

[2] staats

Hyponiemen

lijkstaatsie, rouwstaatsie

Afgeleide begrippen

staatsiebed
staatsiebezoek
staatsiebord
staatsiedegen
staatsiedeken
staatsiefoto

staatsiegebouw
staatsiegewaad
staatsiegordijn
staatsiejapon
staatsiekamer
staatsiekanon

staatsiekleding
staatsiekleed
staatsiekoets
staatsiemantel
staatsieportret
staatsiepruik

staatsierok
staatsiesloep
staatsietjalk
staatsietrap
staatsievertrek
staatsiewaag
staatsiezaal

Gangbaarheid

Het woord staatsie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'staatsie' herkend door:

61 %	van de Nederlanders;
31 %	van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.