squadron
Nederlands
![](../I/m/0308_AIR_REFUELING_SQUADRON.jpg)
embleem van squadron van tankvliegtuigen
Woordafbreking
- squa·dron
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘basiseenheid bij de luchtmacht’ voor het eerst aangetroffen in 1961 [1]
- uit het Engels [2]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | squadron | squadrons |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
squadron o [3]
- bij de luchtmacht de aanduiding voor een operationele eenheid met vliegtuigen en al het hierbij behorend personeel onder één commandant
- Majoor Spiros Koutsopodiotis is als Hoofd Operaties binnen Squadron 300 verantwoordelijk voor gereedstelling van personeel op de helikopters. De helikopter van dit squadron is de ‘Cougar’, een transporthelikopter waar vijftien mensen aan boord kunnen. De tak Operaties, waar Koutsopodiotis leiding aan geeft, beschikt over drie ‘vluchten’. Een ‘vlucht’ bestaat uit vijftien man personeel. Dit zijn gezagvoerders, vliegers en loadmasters. Koutsopodiotis: ,,Ik heb momenteel personeel voor twee vluchten, maar we opereren voor drie vluchten in totaal. [4]
Gangbaarheid
- Het woord squadron staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'squadron' herkend door:
78 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "squadron" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- squadron op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- NRC Enzo van Steenbergen John van Hamond 9 februari 2017
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.