spuwt vuur

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spuwt vuur
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
vuurspuwen

spuwt vuur

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vuurspuwen
    • Jij spuwt vuur. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van vuurspuwen
    • Hij spuwt vuur. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van vuurspuwen
    • Spuwt vuur! 

Gangbaarheid

  • Het woord 'spuwt vuur' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.