speelde voor

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • speel·de voor
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
voorspelen

speelde voor

  1. enkelvoud verleden tijd van voorspelen
    • Ik speelde voor. 
    • Jij speelde voor. 
    • Hij, zij, het speelde voor. 

Gangbaarheid

  • Het woord speelde voor staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.