speelde vals
Nederlands
Woordafbreking
- speel·de vals
Woordherkomst en -opbouw
- uit speelde (werkwoord) en vals (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
valsspelen |
speelde (…) vals
- enkelvoud verleden tijd van valsspelen
- Ik speelde vals.
- Jij speelde vals.
- Hij, zij, het speelde vals.
- Ik speelde vals.
Gangbaarheid
- Het woord speelde vals staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.