speelde samen
Nederlands
Woordafbreking
- speel·de sa·men
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
samenspelen |
speelde (…) samen
- enkelvoud verleden tijd van samenspelen
- Ik speelde samen.
- Jij speelde samen.
- Hij, zij, het speelde samen.
- Ik speelde samen.
Gangbaarheid
- Het woord speelde samen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.