spammer

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • spam·mer
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord spammer spammers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

spammer m

  1. iemand die teveel ongewenste elektronische berichten verstuurd
    • Veel Amerikanen kwamen in actie en deden wat de president vroeg. Vele anderen klikten op de 'unfollow'-bottom. Zeker 30.000 volgers waren niet van de actie Obama gediend, meldt de Washington Post. 'I just unfollowed @barackobama seemed like a good #compromise', twitterde @eriktimmons. @mostblind noemde Obama maar vast de 'spammer' van de maand. [1] 
    • De golf aan spam kwam vorige maand op gang. Gebruikers kregen uitnodigingen voor allerlei aanbiedingen via de Agenda-applicatie. Door de uitnodiging te accepteren of te weigeren wisten de spammers dat het e-mailaccount actief was, omdat er bij het weigeren of accepteren automatisch een notificatie wordt verstuurd. Met deze truc wisten de spammers de e-mailfilters te omzeilen. [2] 
    • Spammers proberen werknemers zover te krijgen dat ze met malware geïnfecteerde bijlages openen door net te doen of het facturen zijn. „Het is met hagel schieten, vanuit de aanvallers gezien, maar het kan effectief zijn”, vertelt hij. Na het openen van zo’n document staat de deur tot het bedrijfsnetwerk vervolgens wagenwijd open voor aanvallers. [3] 

Gangbaarheid

  • Het woord spammer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
89 %van de Nederlanders;
89 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tubantia Michiel van der Geest 30-07-11 Iets te fanatiek twitteren kost @barackobama 30.000 volgers
  2. De Telegraaf 12 dec. 2016 Apple pakt spam via agenda aan
  3. De Telegraaf ROLF VENEMA 31 jan. 2017 Beveiliging is mensenwerk
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.