souffleert
Nederlands
Woordafbreking
- souf·fleert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
souffleren |
souffleert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van souffleren
- Jij souffleert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van souffleren
- Hij souffleert.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van souffleren
- Souffleert!
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.