sou

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sou    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • sou
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘stuiver’ voor het eerst aangetroffen in 1793 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord sou sous
verkleinwoord soutje soutjes

Zelfstandig naamwoord

sou m

  1. franse stuiver
    • Ik geef geen sou voor dat smoesje 

Gangbaarheid

  • Het woord sou staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
33 %van de Nederlanders;
33 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.