softdrink

Nederlands

softdrinks in een supermarkt
Uitspraak
  • Geluid:  softdrink    (hulp, bestand)
  • IPA: /ˈsɔvdrɪŋk/
Woordafbreking
  • soft·drink
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Engels, in de betekenis van ‘niet-alcoholische drank’ voor het eerst aangetroffen in 1956 [1]
  • uit het Engels [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord softdrink softdrinks
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

softdrink m

  1. drankje zonder alcohol
    • Volgens een woordvoerster drinken de mensen hier tegenwoordig meer softdrinks uit blikjes en flesjes en steeds minder sap uit pakken. Zij wijst er verder op dat de technologie van de Brabantse fabriek in de loop der jaren ook verouderd is geraakt.[3] 
    • "Ze willen een taks op fastfood, softdrinks en snoepgoed invoeren om de nationale gezondheidsprogramma's te ondersteunen", aldus Cseke. De belasting moet omgerekend 1 miljard euro opbrengen.[4] 
Synoniemen

Gangbaarheid

  • Het woord softdrink staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
94 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.