soezen
Nederlands
Woordafbreking
- soe·zen
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘suffen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1858 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
soezen |
soesde |
gesoesd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
soezen
- dommelen, half slapen
- Hij lag een beetje in de stoel te soezen.
Vertalingen
1. dommelen, half slapen
Gangbaarheid
- Het woord soezen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'soezen' herkend door:
95 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.