sodomiet

Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
  • so·do·miet
Woordherkomst en -opbouw
  • van het Griekse en Latijnse sodomita, bewoner van de bijbelse stad Sodom
  • afgeleid van Sodom met het achtervoegsel -iet
enkelvoud meervoud
naamwoord sodomiet sodomieten
verkleinwoord sodomietje sodomietjes

Zelfstandig naamwoord

sodomiet m [1]

  1. (scheldwoord) iemand die anale seks bedrijft
    • Al die sodomieten gaan toch naar de hel! 

Gangbaarheid
  • Het woord sodomiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

Verwijzingen
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.