snuif

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • snuif
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord snuif snuiven
verkleinwoord snuifje snuifjes

Zelfstandig naamwoord

snuif m [2]

  1. fijngemalen tabak om op te snuiven
Hyponiemen
  • aapjessnuif
Afgeleide begrippen

Werkwoord

vervoeging van
snuiven

snuif

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snuiven
    • Ik snuif. 
  2. gebiedende wijs van snuiven
    • Snuif! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snuiven
    • Snuif je? 
Afgeleide begrippen
  • snuifcoke

Gangbaarheid

  • Het woord snuif staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.