sneed
Nederlands
Woordafbreking
- sneed
Werkwoord
vervoeging van |
---|
snijden |
sneed
- enkelvoud verleden tijd van snijden
- Ik sneed.
- Jij sneed.
- Hij, zij, het sneed.
- Ik sneed.
Gangbaarheid
- Het woord sneed staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'sneed' herkend door:
80 % | van de Nederlanders; |
81 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.