sluit

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  sluit    (hulp, bestand)
  • IPA: /slÅ“yt/
Woordafbreking
  • sluit

Werkwoord

vervoeging van
sluiten

sluit

  1. enkelvoud tegenwoordige tijd van sluiten
  2. gebiedende wijs van sluiten
stellend
onverbogen sluit
verbogen -
partitief sluits

Bijvoeglijk naamwoord

sluit

  1. (Suriname) gierig, geldbelust
  2. (Suriname) teveel hangend aan bezit, gereserveerd, niet spontaan

Gangbaarheid

  • Het woord sluit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
100 %van de Nederlanders;
98 %van de Vlamingen.
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.