sluipt

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • sluipt

Werkwoord

vervoeging van
sluipen

sluipt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sluipen
    • Jij sluipt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van sluipen
    • Hij sluipt. 
  3. verouderde gebiedende wijs meervoud van sluipen
    • Sluipt! 
This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.