sleeën

Sleeën.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slee·en
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
sleeën
sleede
gesleed
zwak -d volledig

Werkwoord

sleeën

  1. met een slee door de sneeuw glijden
    • Ik neem een dag vrij om samen met mijn kinderen te gaan sleeën. 
Hyponiemen
Vertalingen

Zelfstandig naamwoord

sleeën mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord slee

Gangbaarheid

  • Het woord sleeën staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
99 %van de Nederlanders;
96 %van de Vlamingen.

Meer informatie

This article is issued from Wiktionary. The text is licensed under Creative Commons - Attribution - Sharealike. Additional terms may apply for the media files.