slechtziend
Nederlands
![](../I/m/Geleidehond_testparcours.jpg)
slechtziende oefent met blindengeleidehoend
Woordafbreking
- slecht·ziend
Woordherkomst en -opbouw
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | slechtziend | slechtziender | slechtziendst |
verbogen | slechtziende | slechtziendere | slechtziendste |
partitief | slechtziends | slechtzienders | - |
Bijvoeglijk naamwoord
slechtziend [1]
- (medisch) van een persoon dat de visus 1/3 of lager is maar meer dan 1/10
- Zeb heeft het zeldzame Bosch-Boonstra-Schaaf syndroom. Wereldwijd zijn er circa dertig gevallen bekend. Zeb loopt motorisch achter en heeft bovendien adhd, autisme en epilepsie. Ook is hij slechtziend en lijdt hij aan een cerebrale visuele stoornis – de hersenen kunnen de visuele waarnemingen niet goed verwerken. Aan de buitenkant zie je niet veel aan hem, vertelt zijn moeder Mandy. [2]
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord slechtziend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'slechtziend' herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.