slab
Nederlands
![](../I/m/Twee_slabbetjes.jpg)
2 slabbetjes
![](../I/m/Baby_eating_baby_food.jpg)
baby met slabbetje
Woordafbreking
- slab
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | slab | slabben |
verkleinwoord | slabbetje | slabbetjes |
Zelfstandig naamwoord
slab v/m [3]
- doekje waarop met name een kind kan morsen tijdens het eten of drinken zodat de kleren schoon blijven
- Ze hadden een handdoek als slab omgehangen. Het waren geen beelden die je van je moeder rondgestuurd wilt zien.’ [4]
- De schoondochter: 'Soms is het gehoorapparaat van mijn moeder niet opgeladen. Of zijn de veters van haar schoenen niet gestrikt. Of ze vergeten haar tijdens het eten een slab om te doen. Ik kom elke dag, maar de communicatie kan beter. Sommigen hier vinden mij lastig.' [5]
Gangbaarheid
- Het woord slab staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'slab' herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen. |
Verwijzingen
- "slab" in: Sijs, N. van der Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen. 2e druk (2002) Veen, Amsterdam / Antwerpen; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- slab op website: Etymologiebank.nl
- Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- de Standaard 12 SEPTEMBER 2016 cel, tdk
- Volkskrant Charlotte Huisman 28 december 2016
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.