slaapwandelden
Nederlands
Woordafbreking
- slaap·wan·del·den
Werkwoord
vervoeging van |
---|
slaapwandelen |
slaapwandelden
- meervoud verleden tijd van slaapwandelen
- Wij slaapwandelden.
- Jullie slaapwandelden.
- Zij slaapwandelden.
- Wij slaapwandelden.
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.