skiet
Nederlands
Woordafbreking
- skiet
Werkwoord
vervoeging van |
---|
skiën |
skiet
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van skiën
- Jij skiet.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van skiën
- Hij skiet.
- verouderde gebiedende wijs meervoud van skiën
- Skiet!
Gangbaarheid
- Het woord skiet staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd 'skiet' herkend door:
68 % | van de Nederlanders; |
62 % | van de Vlamingen. |
This article is issued from
Wiktionary.
The text is licensed under Creative
Commons - Attribution - Sharealike.
Additional terms may apply for the media files.